Sturen op eigenschappen bij sierteeltgewassen

Sturen op eigenschappen bij sierteeltgewassen

Door een optimaal kasklimaat kunnen siertelers het maximale uit hun gewas halen. Ze kunnen daarbij sturen op eigenschappen als plantbelasting, assimilatenbalans en plantbalans. Bij gesprekken met collega-telers en adviseurs is het belangrijk dat iedereen hetzelfde verstaat onder die begrippen. In het onderzoek ‘Meten en sturen van plantbelasting in sierteeltgewassen’ zijn daarvoor definities en een plantfysiologische duiding van die begrippen voor sierteeltgewassen opgesteld.

De plantbelasting, assimilatenbalans en plantbalans spelen elk hun eigen rol in de groei van een sierteeltgewas. Ter illustratie: door de plantbelasting (de totale sink/m2 kas/week) aan te passen aan de verwachte lichtsom tijdens de uitgroei van de snijbloem of potplant kan er meer met het natuurlijk licht mee geteeld worden. Zo kan een teler dus besparen op warmte en elektriciteit.

Op lichtere dagen kan de kastemperatuur worden verhoogd om het zonlicht optimaal te benutten voor de aanmaak en verwerking van assimilaten, de producten van de fotosynthese, zoals suikers en zetmeel. Daarbij speelt de assimilatenbalans een rol: de verhouding tussen vraag en aanbod van assimilaten. De plantbalans is het evenwicht in aanmaak en groei van oogstbare en niet oogstbare plantendelen, zodat de plant kan groeien en de productkwaliteit levert op de manier zoals de teler dat wil.

De definities en effecten van deze begrippen worden als onderdeel van Het Nieuwe Telen veel toegepast in groentegewassen, maar veel minder in sierteeltgewassen. In opdracht van het programma Kas Als Energiebron zijn nu ook voor sierteeltgewassen de begrippen beschreven. Voor vier gewassen: roos, chrysant, freesia en gerbera is dit uitgewerkt in aanwijzingen voor de teelt.

Het onderzoek ‘Meten en sturen van plantbelasting in sierteeltgewassen’ is gefinancierd door het programma Kas als Energiebron.

Bron: Wageningen U&R BU Glastuinbouw

Deel artikel