Start project rond duurzame substraten

Start project rond duurzame substraten

In november 2022 heeft een brede maatschappelijke coalitie van overheden, sector en NGO met elkaar afgesproken dat in 2050 het gebruik van potgrond en substraten in de keten geen negatieve milieu-impact geeft en CO2-neutraal is. Hiervoor dienen groeimedia in 2050 voor minimaal 90% uit hernieuwbare grondstoffen te bestaan. Voor de professionele markt moeten de doelen voor 2030 nog verder vastgesteld worden. De convenant partijen hebben Wageningen University and Research - BU Glastuinbouw verzocht een onafhankelijke onderbouwing te geven van de in 2030 haalbare percentages hernieuwbare grondstoffen. In een gezamenlijke kick-off bijeenkomst is op 2 februari j.l. het project Beschikbaarheid potgrondconstituenten 2030 van start gegaan.

Het doel van het project is betrouwbare schattingen te geven van (a) de huidige gebruikte volumes van potgrondconstituenten en de technisch bij de eindgebruiker mogelijke toename van gebruik tot eind 2030, en (b) de mogelijk als potgrondconstituent te gebruiken en beschikbare volumes van hernieuwbare grondstoffen die al een rol kunnen spelen in de periode tot eind 2030. Om tot een zo breed mogelijk gedragen studie te komen worden alle convenantspartijen gehoord en betrokken bij het verzamelen van de informatie en schattingen. De verwachting is dat eind 2023 het rapport wordt gepubliceerd.

Formeel opdrachtgever is het ministerie van LNV, namens de convenant partijen. De partijen van het convenant “Milieu-impact potgrond en substraten” zijn: het ministerie LNV, het ministerie EK, de VPN, LTO-Nederland vakgroep Paddenstoelenteelt en vakgroep Bomen, Vaste Planten en Zomerbloemen, Glastuinbouw Nederland, Plantum, Tuinbranche Nederland, de BVOR, de VGB, VBN, de NFO, RHP, RPP, en Stichting Turfvrij.

Bron: Wageningen U&R BU Glastuinbouw

Deel artikel