Eigen organische stoffen retour via gietwater

Eigen organische stoffen retour via gietwater

De wortel van een plant scheidt organische stoffen af: daarmee probeert het gewas zijn omgeving te beïnvloeden. Als de plant niet groeit in de grond, maar in een substraat, dan komen die stoffen vrij snel terecht in het drainwater. In een later stadium komen ze via het gietwater terug bij het gewas. De Business Unit Glastuinbouw en Bloembollen van Wageningen University & Research, KWR en Stichting Control in Food & Flowers onderzoeken of de organische stoffen dan de groei van het gewas beïnvloeden, en of negatieve effecten te verhelpen zijn.

Door het afscheiden van organische stoffen kan een plant bijvoorbeeld micro-organismen aantrekken die stikstof omzetten in opneembare vorm, zich beschermen tegen schadelijke micro-organismen of andere planten waarschuwen voor een aanval van een ziekte (zoals trips). Voorbeelden van die stoffen zijn aminozuren en organische zuren. Ze komen terecht in het water rondom de wortels en zorgen voor een gunstige microbiologie.

Bij een teelt in bijvoorbeeld steenwol wordt dat water afgevoerd. Het drainwater wordt vervolgens gereinigd zodat het kan worden gebruikt als gietwater, maar de organische stoffen blijven aanwezig in het water. Ze zijn immers opgelost in het water en worden er dus niet uitgehaald door bijvoorbeeld een filter: dat gebeurt alleen met specialistische technieken, zoals omgekeerde osmose of een actief koolfilter.

Exacte effecten nog onbekend
Daardoor komen de organische stoffen op een later moment en op een andere plek terug in de teelt. De exacte effecten daarvan zijn niet bekend, maar het gebeurt met enige regelmaat dat telers die recirculeren onverklaarbare groeiremmingen zien in hun gewas. Door nieuwe meet- en analysemethodes kan dit beter onderzocht worden.

WUR, KWR en Stichting Control in Food & Flowers onderzoeken de effecten van organische stoffen bij de teelt van tomaat en van phalaenopsis. Daarnaast kijken ze of negatieve effecten van de stoffen tenietgedaan kunnen worden, of positieve effecten juist kunnen worden versterkt, bijvoorbeeld door een waterbehandelingstechniek of door het toevoegen van organische stoffen. Dit zou moeten leiden tot een protocol waarmee telers de gehaltes organische stoffen beter kunnen sturen.

Bron: Wageningen U&R BU Glastuinbouw

Deel artikel