Chrysant: naar zuinige en emissiearme teelt

Chrysant: naar zuinige en emissiearme teelt

De chrysantenteelt staat de komende jaren voor grote uitdagingen. Innovaties zoals teelt los van de grond, geautomatiseerd planten en oogsten, en een fossielvrije, emissiearme teelt vereisen een systeemsprong ten opzichte van de huidige grondgebonden teelt. Een mogelijke oplossing is de teelt in bakken met substraat. De Business unit Glastuinbouw van Wageningen Plant Research onderzoekt deze aspecten in vier teelten en moet cruciale inzichten opleveren voor de toekomst van de chrysantenteelt. Dit is het verslag na de tweede teeltronde.

Ondanks enkele succesvolle proeven hebben telers nog een aantal vragen. Zoals over de keuze van substraat, het hergebruik daarvan bij opeenvolgende teeltrondes en het afstemmen van de lichtbehoefte op het groeistadium van het gewas.

De eerste teeltronde vond plaats van half juni tot eind augustus. Voor de proef werden Baltica-stekken in pluggen geplant in librabakken met substraat. De focus van de eerste ronde lag op de substraatkeuze. Hierbij zijn twee veenhoudende substraten en één substraat zonder veen onderzocht. De takkwaliteit bij oogst en takgewichten verschilden minimaal tussen de gebruikte substraten. Op basis van de uitkomsten van de teelt is daarom besloten verder te gaan met zowel een veenhoudend als veenvrij substraat in de volgende teeltronde.

k en de andere helft is alleen fijngemalen. Beide vormen van hergebruik zullen vergeleken worden met nieuw substraat.De tweede teeltronde, wederom met Baltica-stekken in pluggen, is op vrijdag 11 oktober gestart. In deze teeltronde ligt de focus op dynamisch belichten en het hergebruik van substraat met en zonder stomen. Bij de behandeling met dynamisch belichten wordt de lichtintensiteit tweemaal per dag voor 2 uur teruggebracht naar 60 µmol m-2s-1. Deze behandeling wordt vergeleken met constante belichting. De gemiddelde lichtintensiteit van beide behandelingen is 180 µmol m-2s-1. Aan het einde van de dag wordt bij beide behandelingen afgesloten met verrood licht (EOD FR). De helft van het substraat van de eerste teelt is gestoomd voor hergebruik en de andere helft is alleen fijngemalen. Beide vormen van hergebruik zullen vergeleken worden met nieuw substraat.

Dit project is uitgevoerd door de business unit Glastuinbouw van Wageningen University & Research en gefinancierd en gecoördineerd door Kas als Energiebron, een innovatieprogramma van LVVN en Glastuinbouw Nederland. Mede mogelijk gemaakt door MechaTronix, Deliflor Chrysanten, Stichting Chrysant.nl en Kennis in je Kas (KijK). De proef is intensief gevolgd en begeleid door telers.

Bron: Kas als Energiebron

Deel artikel